Gevaarlijke chemische stoffen kunnen heel nuttige functies hebben in producten en productieprocessen. Toch zijn er ook talloze redenen om regelmatig te checken of u gevaarlijke stoffen gebruikt die u kunt vervangen door veiligere alternatieven. We noemen dat substitutie. Dat is beter voor uw personeel, de eindgebruiker en het milieu, maar vaak ook voor uw bedrijfsvoering. Op deze pagina’s leest u wat substitutie is, wat uw bedrijf eraan kan hebben, en hoe u het aanpakt.

Wat is substitutie?

Kort gezegd is substitutie: het vervangen of verwijderen van gevaarlijke stoffen in uw producten of productieprocessen. Dat kan op verschillende manieren:

  • U kunt gevaarlijke stoffen vervangen door minder gevaarlijke varianten
  • Een alternatieve productietechniek gebruiken, zodat gevaarlijke stoffen niet meer nodig zijn
  • Uw productontwerp veranderen, zodat gevaarlijke stoffen niet meer nodig zijn.

Vaak werkt combinatie van deze manieren het beste. Maar waarom zou u al die moeite doen?
 

Waarom gevaarlijke stoffen vervangen?

Er zijn verschillende redenen om op zoek te gaan naar alternatieven voor gevaarlijke stoffen. Sommige liggen zeer voor de hand, anderen wat minder. Dit zijn de belangrijkste.

Beter voor uw medewerkers

Medewerkers die met gevaarlijke stoffen werken, lopen risico. En geen klein risico: elk jaar overlijden in Nederland 3.000 mensen door ziektes die het gevolg zijn van werken met gevaarlijke stoffen: bijna vijf keer zoveel als het aantal verkeersdoden.  

De arbowetgeving(externe link) verplicht bedrijven dan ook om alles te doen om dat risico te verminderen. Het STOP-principe geeft de volgorde aan waarin u dat moet doen:

  • < >: de gevaarlijke stof vervangen
    Technische maatregelen nemen om risico’s te beperken
  • Organisatorische maatregelen nemen om risico’s te beperken
  • Persoonlijke beschermingsmiddelen inzetten om risico’s te beperken

Dat betekent dat u altijd eerst probeert een gevaarlijke stof te vervangen, voordat u de andere manieren gaat onderzoeken. Pas als substitutie echt niet kan, probeert u het risico met technische maatregelen, organisatorische maatregelen of persoonlijke beschermingsmiddelen te beperken.

Beter voor het milieu – en een groene reputatie

Gevaarlijke stoffen zijn een risico voor de leefomgeving. Ze kunnen in de grond, in de lucht of in het water terechtkomen. Tijdens het productieproces, maar ook als een product dat chemische stoffen bevat wordt gebruikt of weggegooid.

Het Activiteitenbesluit bepaalt dan ook dat u als bedrijf alles moet doen om milieurisico’s in te perken. U heeft een minimalisatieverplichting. Dit betekent dat u aantoonbaar alles moet doen om zo min mogelijk gevaarlijke stoffen uit te stoten. Daarover heeft u ook een vijfjaarlijkse informatieplicht. Daarbij geeft u aan wat u heeft gedaan om de uitstoot van gevaarlijke stoffen te beperken.

Bovendien wordt de samenleving – consumenten en omwonenden – steeds kritischer over het gebruik van gevaarlijke stoffen in producten en negatiever over de milieuschade die dat oplevert. Overschakelen op duurzame alternatieven voor gevaarlijke stoffen zorgt dan ook voor een betere reputatie van uw onderneming.

U blijft een verbod vóór – en innoveert

Regelmatig worden gevaarlijke stoffen toegevoegd aan de Europese REACH-autorisatielijst van Zeer Zorgwekkende Stoffen, ook bekend als de kandidaatslijst. Om zo’n stof dan nog te mogen gebruiken, moet u een complexe autorisatieprocedure doorlopen. Voor de meest bedrijven betekent het echter dat ze per direct op zoek moeten naar een vervangende stof. Dat leidt vaak tot paniek, schade voor het bedrijf, en ‘spijtige substitutie’.

U voorkomt paniek in het geval van een verbod door vóóraf op zoek te gaan naar veiligere alternatieven voor gevaarlijke stoffen. Zo blijft u de concurrentie voor die minder vooruitziend is geweest. U dwingt uw bedrijf tot échte innovatie. En vermijdt onnodig hoge kosten.

U kunt het beste beginnen met stoffen die op de kandidaatslijst Zeer Zorgwekkende Stoffen(externe link) staan. De kans is groot dat die in de nabije toekomst verboden worden voor de meeste bedrijven.

Spijtige substitutie

Regrettable subtitution (letterlijk: spijtige substitutie) is het vervangen van een gevaarlijke stof door een andere stof die niet minder – en soms zelfs meer – risico’s heeft dat de eerste stof. Onoplettende bedrijven kiezen hiervoor als noodgreep, wanneer een stof die ze eerder gebruikten, ‘ineens’ wordt verboden.

Spijtige substitutie heeft in de praktijk geen voordelen: de nieuwe gevaarlijke stof zal uiteindelijk ook op de lijst van verboden stoffen terechtkomen. Bovendien is de nieuwe stof niet beter voor de veiligheid van werknemers en het milieu. Spijtige substitutie helpt dus ook niet met het naleven van wetten op die gebieden.

Gevaarlijke stoffen vervangen: hoe pak ik dat aan?

Er zijn drie manieren om een gevaarlijke stof te vervangen: een andere, veiligere stof gebruiken, het productontwerp aanpassen en het productieproces aanpassen. In de praktijk zult u vaak een combinatie van deze drie manieren gebruiken. Om te ontdekken welke combinatie voor uw bedrijf het beste werkt, volgt u drie stappen:

  1. gevaarlijke stoffen inventariseren en prioriteren,
  2. alternatieven vinden en afwegen
  3. testen en implementeren

Inventariseren en prioriteren

Als u gevaarlijke stoffen wil vervangen, is de eerste stap altijd: kijken wat u in huis heeft. Dat betekent:

  • Inventariseer alle mogelijk gevaarlijke stoffen die uw bedrijf gebruikt. Zorg dat u een complete lijst maakt van hun identiteit, de stoffen waaruit mengsels bestaan en de risico’s van die stoffen tijdens de hele levensduur van uw product – tot en met de afvalverwerking.
  • Bepaal welke gevaarlijke stoffen de hoogste prioriteit hebben als het gaat om vervanging.
  • Bepaal welke functies de stoffen hebben in uw product of uw productieproces. Zo kunt u bepalen of een gevaarlijke stof echt onmisbaar is voor uw bedrijf.
  • Neem contact op met uw leveranciers en klanten om mogelijkheden en zorgen vooraf te bespreken. Wees transparant over wat u wilt bereiken, en hoe. Zo stelt u ze niet voor verrassingen én kunnen ze meedenken over manieren om gevaarlijke stoffen succesvol te vervangen.

Hoe pak ik dat aan?

Er zijn verschillende tools die u kunnen helpen bij de inventarisatie. Hieronder staan een aantal van die tools.

Algemeen

ECHA’s website over chemicaliën(externe link): Een deels Nederlandstalige database over het gebruik en de eigenschappen van gevaarlijke stoffen, van het Europees Chemicaliënagentschap, ECHA.

RVS-zoeksysteem:(externe link) Risico’s van stoffen, een Nederlandstalige database van gevaarlijke stoffen, van het RIVM

PRIO Inventory tool(externe link): een Engelstalige webtool van het Zweedse chemieagentschap KEMI. Helpt u bij het inventariseren en prioriteren, onder meer met een database waarin u allerlei gevaarlijke stoffen kunt vinden. De tool is toegesneden op de Zweedse situatie, maar ook bruikbaar voor Nederlandse bedrijven.

OECD eChemPortal(externe link): een Engelstalige database met informatie over gevaarlijke stoffen, van de OESO.

RISCTOX(externe link): een Engelstalige database met informatie over gevaarlijke stoffen, van het Europees Vakbondsinstituut.

Voor de auto-industrie

Global Automotive Declarable Substance List (GADSL)(externe link): De wereldwijde standaardlijst waarmee u de stoffen in auto-onderdelen inventariseert.

IMDS(externe link): een bijna universeel systeem voor de inventarisatie van auto-onderdelen, inclusief eventuele gevaarlijke stoffen in die onderdelen.

Voor de textielindustrie

Zero discharge of hazardous chemicals programme (ZDHC)(externe link): De Manufacturing Restricted Substances List (MRSL) van dit programma is een lijst van chemische stoffen die niet in textielfabrieken mogen worden gebruikt.

Alternatieven vinden en afwegen

Heeft u bepaald welke gevaarlijke stoffen u met de meeste prioriteit wilt vervangen? Dan is het tijd om af te wegen hoe u deze stoffen kunt uitfaseren – door ze te vervangen, of overbodig te maken. Daarvoor is het van belang om vooraf te bedenken wat u precies wilt bereiken, op basis van welke criteria u een alternatief gaat kiezen en hoe u klanten en leveranciers gaat betrekken.

  1. De beginvraag is altijd: wat is de functie van de stof in mijn product of productieproces? Dat levert betere alternatieven op dan puur kijken naar de chemische eigenschappen van de stof – dat leidt meestal tot spijtige substitutie.
  2. Vervolgens onderzoekt u of de stof – én de functie die die heeft – echt nodig is voor het product of productieproces. Een voorbeeld: als u potentieel schadelijke inkt gebruikt voor drukwerk, zou digitale communicatie dan een alternatief kunnen zijn?
  3. Als een procesverandering geen optie is, begint de zoektocht naar alternatieve stoffen die dezelfde functie kunnen vervullen als de stof die u wilt vervangen.

Hoe pak ik dat aan?

Bij het afwegen van verschillende alternatieven houdt u in ieder geval rekening met de volgende criteria:

  • Welke gezondheids- en milieurisico’s heeft de nieuwe stof?
  • Hoe presteert de nieuwe stof in het product of productieproces?
  • Is de vervanging economisch haalbaar?
  • Welke andere effecten heeft de nieuwe stof? Denk aan afval, uitstoot, recycling-mogelijkheden, sociale impact en effecten tijdens de levensduur van het project.

Om alternatieven te vinden en te vergelijken, kunt u gebruikmaken van verschillende bronnen: Denk aan wetenschappelijke publicaties op internet, of hulp van brancheverenigingen, vakbonden, onderzoeksinstituten en vakgenoten. Ook de website Chemsec Marketplace(externe link) kan een goede bron zijn: die brengt producenten en potentiële gebruikers van veiligere en groenere alternatieven voor chemische stoffen bij elkaar. U kunt hier vragen om alternatieven voor de stoffen of processen die u gebruikt en u kunt uw eigen alternatieven aanbieden.

Om de substitutie gestructureerd aan te pakken, kunt u het beste een erkende methodiek gebruiken. Selecteer de methodiek die het beste bij uw bedrijf past, met de OECD Substitution and Alternatives Assessment Tool Selector(externe link). Bijna al deze tools en methodieken zijn in het Engels.

Testen en implementeren

Nadat u één of meer potentiële alternatieven hebt geselecteerd, kunt u deze testen in een kleinschalige pilot. Dat geeft vaak een beter beeld van de impact die volledige implementatie van de nieuwe stof op het productieproces zou hebben. En door verschillende pilots na elkaar te draaien, kunt u het effect van kleine aanpassingen en verbeteringen meten.

Zijn alle testen succesvol afgerond, dan kunt u de gevaarlijke stoffen vervangen. Informeer in dat geval altijd uw leveranciers en klanten. Misschien kunnen zij door de substitutie makkelijker aan regelgeving voldoen, of worden hun risicobeheersingsmaatregelen overbodig. En zoek de publiciteit met uw substitutie! Door naar buiten te treden met het feit dat uw bedrijf veiliger is gaan werken, verbetert u uw reputatie en neemt u een voorsprong op uw concurrenten.